Turkse Lessen 14
De ablativus (zesde naamval)
In voorgaande lessen zijn al vier naamvallen aan de orde geweest: de nomativus (eerste naamval, als iets het onderwerp van een zin is, en verder geen uitgang krijgt), de dativus (derde naamval, waarmee we een beweging naar een object toe aangeven), de accusativus (vierde naamval) die wordt gebruikt bij een bepaald lijdend voorwerp en de locativus (vijfde naamval, de naamval van tijd en plaats).
Voorbeelden zijn:
ev (huis, eerste naamval),
eve (naar huis toe, derde naamval) en
evde (thuis, vijfde naamval).
Vraagwoorden derde, vierde en zesde naamval
De vraagwoorden zoals
kim,
ne, et cetera. hebben ook een variant in de verschillende naamvallen.
Gebiedende wijs: -in, -iniz, -sana en -sanıza
Al in een van de eerste lessen hebben we kennis gemaakt met de gebiedende wijs. Deze vorm van het werkwoord gebruik je om opdrachten te geven als
Gel! (Kom!) en
Git! (Ga!). Achtervoegsels -ca en -li
De achtervoegsels -
ca (tweevormige klinkerharmonie) en -
li (viervormige klinkerharmonie) kun je gebruiken in combinatie met de namen van landen. Als je achter een land het achtervoegsel -
ca plaatst,
dan duid je daarmee de taal aan die ze in het land spreken.
ÖM ile soru cevaplamiyoruz! Forum'a yazın cevaplardan herkes yararlansın!